Een teken van God, de doop
De doop is een teken van God waarin Hij laat zien wat Hij belooft: vergeving van je zonden. God zegt dit in de Bijbel. De doop is een teken van het verbond, Gods genadeverbond. Hij wil de mens genade schenken. Christelijke ouders laten hun kind vaak dopen. Door deze christelijke ouders hoort een kind al bij dat verbond.
De Bijbel spreekt over doop bij heidenen die tot geloof komen. Denk maar aan de Ethiopiër in Handelingen 8. In het Nieuwe Testament lezen we ook dat kinderen gedoopt worden (Handelingen 16:15, 33, 34, Handelingen 18:8 en 1 Korinthe 1:16). God wil de kinderen niet uitsluiten van de doop. Ook voor hen gelden de beloften. ‘Want u komt de belofte toe en uw kinderen’ (Handelingen 2:39).
Doop maakt niet zalig
Toch maakt de doop je niet zalig. De doop vraagt van het kind later geloof en bekering. Later gaat het kind hopelijk belijden dat het gelooft dat de Heere Jezus je zonden afwast, net zoals het water onze vuilheid afwast. En het vraagt gehoorzaamheid aan God om te leven zoals Hij dat van ons vraagt in Zijn Woord. Voor het geloof geeft de doop houvast om bij God terug te komen. We kunnen immers zelf dat geloof niet maken. Daarom mag je het Hem vragen: Here, wilt U doen wat U heeft beloofd?
Dopen op latere leeftijd
Als je niet door je ouders bent gedoopt en je bent tot geloof gekomen dan wil je je geloof in Jezus Christus belijden.
Na het doen van je belijdenis van je geloof wordt je gedoopt. Dopen kan op verschillende wijze. Binnen onze kerk is de gebruikelijke manier om besprenkeld te worden met water als teken van de afwassing van je zonde.
Onderdompeling van een pas geboren kind komt bij ons wel voor maar bij volwassene brengt dopen door onderdompeling de nodige praktische problemen met zich mee.
De symboliek is er niet anders om, je maakt een nieuwe start.
Daarom wil je dopen
Iemand die vast besloten is de rest van zijn leven Jezus na te volgen, het Woord van God te gehoorzamen en een nieuw leven te leiden wil niets liever dan belijdenis van het geloof in Jezus Christus doen. Ben je nog niet eerder gedoopt dan hoort dopen daarbij. Daarbij word je bevrijd van je zonde.
Dit was het geval met de Joden die Jezus hadden gekruisigd toen ze Petrus hoorden spreken. “Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? ”Handelingen 2:37. Het waren zulke mensen die Petrus vermaande om zich te laten dopen. Vers 38.